Indien het eigen vermogen minder dan 50% van het kapitaal bedraagt, is dit ten gevolge van overgedragen verliezen.
Dit is een ernstig signaal.
Bijna de helft van de gefailleerde bedrijven vertoont dit negatief signaal.
(*)
In de vorige vennootschapswetgeving (voor 01/05/2019) gaf dit aanleiding tot de alarmbelprocedure.
Van zodra dit werd vastgesteld, diende de algemene vergadering te worden bijeengeroepen om te beraadslagen over de ontbinding van de vennootschap of over eventueel andere maatregelen.
Wanneer het netto-actief daalde tot < 25% van het kapitaal kon iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen.
(*) Bron: Companyweb: resultaat op basis van eigen studie naar oorzaken van faillissementen
Een onderneming is liquide als zij erin slaagt haar korte-termijn-betalingsverplichtingen te voldoen zoniet ontstaat er een liquiditeitstekort.
Een liquiditeit van > 1 wordt doorgaans als positief ervaren
(= deze onderneming is in principe in staat de kortlopende schulden te betalen igv realisatie van de vlottende activa).
De evolutie van deze ratio doorheen de laatste boekjaren is zeer significant.
Een continu dalende liquiditeit wijst op een steeds verslechterende toestand, en wordt uiteindelijk onhoudbaar.
De liquiditeit in combinatie met rendabiliteit geeft een duidelijk inzicht in de situatie van de onderneming.
Liquiditeit | Rendabiliteit |
| + | - |
+ | Gezond | Chronisch ziek |
- | Tijdelijk ziek | Stervend |
(**)
(**) Bron: Handboek Financiële analyse van de onderneming door Hubert Ooghe en Charles Van Wymeersch (Intersentia)
Een dalend klantenkrediet kan wijzen op een dalende verkoop (en dus dalende vorderingen) of een strengere betalingspolitiek bij gebrek aan liquiditeiten binnen de onderneming.
Gefailleerde ondernemingen hebben meestal een zeer laag klantenkrediet.
Een continu stijgend leverancierskrediet kan erop wijzen dat de onderneming niet tijdig haar leveranciers kan betalen en dus met liquiditeitsproblemen kampt.
Let wel: bij gezonde ondernemingen kan dit wijzen op een bewuste of gewijzigde betalingspolitiek
Bij een kort klantenkrediet dient er snel te worden betaald.
Hoe langer de betalingstermijn, hoe onzekerder men is dat de vordering zal worden betaald.
(= verhoogd risico)
Een langer leverancierskrediet kan wijzen op een groot vertrouwen dat leveranciers in de onderneming betonen.
Klantenkrediet = kost
Leverancierskrediet = opbrengst