Voor deze onderneming worden door de Sociale zekerheid en/of FOD financiën openstaande schulden gemeld met een inhoudingsplicht tot gevolg (Art 30bis en 30ter, meer informatie via deze link).
Openstaande schulden bij de Sociale zekerheid of FOD financiën wijzen vaak op ernstige moeilijkheden, zeker als het betrokken bedrijf tevens liquiditeitsproblemen vertoont.
Indien het eigen vermogen minder dan 50% van het kapitaal bedraagt, is dit ten gevolge van overgedragen verliezen.
Dit is een ernstig signaal.
Bijna de helft van de gefailleerde bedrijven vertoont dit negatief signaal.
(*)
In de vorige vennootschapswetgeving (voor 01/05/2019) gaf dit aanleiding tot de alarmbelprocedure.
Van zodra dit werd vastgesteld, diende de algemene vergadering te worden bijeengeroepen om te beraadslagen over de ontbinding van de vennootschap of over eventueel andere maatregelen.
Wanneer het netto-actief daalde tot < 25% van het kapitaal kon iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen.
(*) Bron: Companyweb: resultaat op basis van eigen studie naar oorzaken van faillissementen
1/4 van de gefailleerde bedrijven vertoont een algemene schuldgraad > 100% (*)
Een algemene schuldgraad van < 50% wijst doorgaans op een gezonde situatie.
Algemene schuldgraad = Vreemd vermogen / Totaal vermogen
Hiermee wordt aangegeven welk percentage van de totale financiering van een onderneming gebeurt met vreemde middelen (schulden).
Een schuldgraad > 100% betekent dat het eigen vermogen van de onderneming negatief is en dit tgv grote overgedragen verliezen.
De schulden maken dus meer dan 100% uit van het balanstotaal.
Dergelijke situatie is op termijn onhoudbaar (zie tevens alarmbelprocedure).
= Sterk negatief signaal
Toch heeft een onderneming ook voordeel bij een zekere schuldgraad.
(vb fiscale aftrekbaarheid van intresten op schuldkapitaal).
Bovendien speelt in België ook de notionele intrestaftrek een belangrijke rol in de keuze tussen vreemd of eigen vermogen.
(*) Bron: Companyweb: resultaat op basis van eigen studie naar oorzaken van faillissementen
Een dalend klantenkrediet kan wijzen op een dalende verkoop (en dus dalende vorderingen) of een strengere betalingspolitiek bij gebrek aan liquiditeiten binnen de onderneming.
Gefailleerde ondernemingen hebben meestal een zeer laag klantenkrediet.
Een continu stijgend leverancierskrediet kan erop wijzen dat de onderneming niet tijdig haar leveranciers kan betalen en dus met liquiditeitsproblemen kampt.
Let wel: bij gezonde ondernemingen kan dit wijzen op een bewuste of gewijzigde betalingspolitiek
Bij een kort klantenkrediet dient er snel te worden betaald.
Hoe langer de betalingstermijn, hoe onzekerder men is dat de vordering zal worden betaald.
(= verhoogd risico)
Een langer leverancierskrediet kan wijzen op een groot vertrouwen dat leveranciers in de onderneming betonen.
Klantenkrediet = kost
Leverancierskrediet = opbrengst